Hengevelde na rowerze

Vanaf de kerk in Hengevelde langs de kastelen in en rondom Diepenheim

In Delden werd tijdens de aanleg van een drinkwaterput in de negentiende eeuw voor het eerst zout in Nederlandse bodem gevonden. Door de vondst van dit witte goud werd een nieuwe industrie letterlijk aangeboord. In het oude centrum van Delden vind je het Zoutmuseum waar door de jaren heen van alles wat met zout te maken heeft is verzameld.In Boekelo begon de Koninklijke Nederlandse Zoutindustrie in 1918 met de zoutwinning. Door de net geopende zoutfabriek ontstond veel werkgelegenheid voor de inwoners van de omgeving. De arbeiders en hun families konden na een dag hard werken in de zoutindustrie uitrusten bij de zee op de heide. Met het zout was een zoutwatergolfslagbad gecreerd dat erg populair werd. Vanuit het hele land kwamen mensen om het bad in het zoutdorp te bezoeken. De zoutfabriek verhuisde in 1952 naar Hengelo waar vandaag de dag nog steeds aan de vulling van onze zoutvaatjes wordt gewerkt. Aan het eind van de vorige eeuw is ook het bad in Boekelo gesloten. De Stoomtrein vanuit Museum Buurtspoorweg uit Haaksbergen stopt een aantal keer per week bij Halte Zoutindustrie. Stap op de stoomtrein om het Buurtspoormuseum in Haaksbergen te bezoeken. Bij het oude station van Boekelo staat een grote zwarte toren. Dit is een zouttoren waarmee in de eerste jaren van de zoutwinning het zout uit de bodem werd geboord. Na een tijdje werd het boren vervangen voor pompen dit gebeurde vanuit de groene houten huisjes. Grote kans dat je deze huisjes met puntdak nog tegen komt tijdens deze fietsroute. Je ziet ze midden in een weiland aan de rand van een industrieterrein of langs de kant van de weg. In sommige van deze huisjes zit nog steeds een pompinstallatie die zout pompt voor de fabriek in Hengelo. Dorstig geworden na al dat zout Strijk neer op een terrasje voor een verfrissende dorstlesser.

Spring op je kousenvoeten op je fiets en laat je verrassen door deze fietsroute. In de prachtige Twentse omgeving vind je twee plaatsjes waar het oude ambacht van klompen maken nog steeds wordt uitgeoefend. In Goor staat het Klompenmuseum waar je alles te weten komt over het ambacht van klompen maken en vind je een uitgebreide collectie van wereldse klompen. Even verderop maak je kennis met het dorpje Enter, ook een echt klompendorp. Op deze plek werkten ooit honderd klompenmakers die de schoenen maakten voor Nederland en het buitenland. Enter ligt aan de Regge en naast klompen werden hier ook zompen (een oud scheepstype) gebouwd. Alles over de geschiedenis van dit dorp en haar ambachten ontdek je in het Klompen-Zompenmuseum. In de zomer worden in Goor en Enter elke woensdagmiddag demonstraties handmatig klompen maken gehouden. Neem je nog een paar mee voor thuis?

Diepenheim is het kleinste stadje van Twente en wordt door de inwoners ook wel Stedeke genoemd. In deze stad waar kunst en cultuur hoog in het vaandel staat kun je langs de mooiste kunstgalerien lopen. Vroeger werd er in deze regio op stand geleefd dit valt ook meteen op wanneer je langs de Tuinen en Kasteel Weldam en Kasteel Warmelo fietst.Iets verderop hoor je ze misschien al... Markelo staat bekend om haar blatende schapen. In natuurgebied de Borkeld dat onderdeel is van de Sallandse Heuvelrug loopt de plaatselijke herder elke dag met zijn kudde schapen. Het is mooi om er langs te fietsen maar even afstappen en een wandeling maken door het gebied is nog mooier. Naast het ambacht van schaapsherder kun je in deze regio ook andere ambachten bekijken. Neem een kijkje in het Klompenmuseum in Goor of bekijk de ruime klederdrachtcollectie bij Museumboerderij Eungs Schppe. Spring op je fiets als je wil genieten van kunst natuur en blatende schapen.